Geschreven door Anne
Het is alweer eind juli, volop zomer. Het schooljaar is inmiddels afgelopen, de zomervakantie begonnen. Veel mensen gaan op vakantie, gewoon in Nederland of juist verder weg. Naast vakantie associëren we dit seizoen vaak met mooi weer, rustig aan doen, bijkomen van werk of school. Maar dan vraag ik me af: klopt dat eigenlijk wel? Is de zomer niet heel vaak alsnog een periode van allerlei dingen moeten doen?
Misschien moet je nog wel even doorwerken en heb je nog van alles af te ronden voor je vakantie hebt. Of als je kinderen hebt die nu vakantie hebben, kan het ineens een drukke boel zijn in huis. Ik kan me ook voorstellen dat er nog allerlei klusjes op je liggen te wachten die nu toch echt eens gedaan moeten worden. (Mijn man bijvoorbeeld heeft zo’n lijstje.) Of dat ene boek waar je hopelijk nu eindelijk eens tijd voor hebt, of die vriendin waar je toch echt weer eens mee moet afspreken. En dan ‘moet’ je natuurlijk ook op vakantie, en daar moet je ook weer van alles. Want je moet tijd met je gezin doorbrengen, maar je wilt ook tijd voor jezelf nemen, je moet de omgeving zien, maar je moet ook goed uitrusten. En ik las laatst een artikel over dat je een woord kunt nemen als een soort intentie voor deze zomer – moet je dat ook nog! Je moet dit, je moet dat…

Poeh, ik word er al moe van als ik dit zo schrijf. Wat moeten we toch altijd veel van onszelf, daar ben ik ook schuldig aan. Ik denk dat dit gevoel van moeten ook voortkomt uit een idee van altijd productief moeten zijn, gevoed door de maatschappij. We moeten onze tijd zo efficiënt mogelijk invullen, het beste uit onszelf halen en alle kansen aangrijpen. En het kan je een schuldgevoel bezorgen als jij dit niet doet. Op het moment dat je even gaat zitten niksen terwijl dat volle to-do-lijstje nog op tafel ligt, kan je gelijk worden overgenomen door dat schuldgevoel: ‘eigenlijk zou ik nu…’
Maar als je al die dingen op een rijtje zet van alles wat je moet van jezelf, hoeveel daarvan moet er nu echt? Sommige dingen zijn natuurlijk wel handig om te doen, zoals die klusjes in huis, maar die andere dingen dan? Want het is toch niet zo dat je op vakantie moet? Je moet dat boek toch niet lezen? Het lijkt me eerder dat je graag op vakantie wilt en dat je dat boek graag wilt lezen. Misschien kun je zelfs zeggen ‘ik mag op vakantie’ of ‘ik kan dat boek lezen’. Door het anders te benoemen, haal je druk er af en komt er wat meer ontspanning in je houding ten opzichte van de dingen die er op je lijstje staan. Zelfs met vervelende klusjes kan je dit toepassen: als je zegt ‘ik ga de wc schoonmaken, want ik vind het fijn om een schone badkamer te hebben’, geeft het een heel andere mindset dan wanneer je met tegenzin die wc gaat poetsen omdat het moet.
Als je vaak denkt ‘ik moet…’, reflecteer dan eens op die dingen waarvan jij denkt dat het moet. Moet je dit echt van jezelf? Of is het iets wat opgelegd is van buiten jezelf? Is het een verplichting, iets wat wel nu gedaan moet worden? Of kan het kan ook later, of is het zelfs iets wat helemaal niet hoeft? En kijk tegelijkertijd of je ‘moeten’ kunt vervangen door ‘willen’, ‘mogen’ of ‘kunnen’. Dan kan het zomaar eens zijn dat je meer plezier krijgt in wat je ‘moet’ doen, of dat er een stuk minder blijkt te moeten dan je dacht.
Recente reacties