Vandaag het laatste deel van de serie ‘De Verandering’. Mieke Korpershoek is in december een aantal weken naar Lesbos geweest om hulp te bieden. Vandaag verteld ze hoe dat was en hoe dat haar veranderd heeft.
Geschreven door Antonet
Serie de verandering #6
Mieke Korpershoek l 31 jaar l woont in Sommelsdijk l 8e van 10 kinderen l werkt op de christelijke basisschool in Ouddorp l staat de hele week voor groep 8 l In haar vrije tijd graag actief onder de mensen l doet hier en daar vrijwilligerswerk l is actief in haar kerkelijke gemeente onder de +16 jongeren.
“Een aantal vrienden van mij zijn de afgelopen jaren met een missie van CRR naar Lesbos of Samos geweest. Dus ik had al veel verhalen en foto’s gezien. Je kunt veel vragen en foto’s kijken, maar het is niet te snappen als je er niet zelf geweest bent. Ik heb al van jongs af aan een verlangen om dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. Ik heb in Nederland veel mooie dingen aan vrijwilligerswerk op mijn pad gekregen. Toch laat breder werk mij niet los… Toen ik het met Femke, mijn vriendin, het er over had, waren we beiden enthousiast en besloten ons in te schrijven bij CRR voor een missie.”
“Ik had me ingeschreven voor 3 weken maar ben uiteindelijk 4 weken geweest en heb daar verschillend werk mogen doen. Eén van de taken was ‘data’. Dat betekent dat je langs de mensen gaat en dan per Rubhall / ISO-box / RHU’s gaat kijken wie er woont, of die ook klopt met de registratie. Alle mensen hebben een “police-paper” zodat je hun nummer kan checken. Ook moest je daar met regelmaat tickets uitdelen. De ene keer was dat voor de free hygiene shop, de andere keer voor een vaccinatie, een andere keer voor een doktersafspraak, de andere keer voor decision. Dat is een belangrijk ticket, want dan is er informatie over hun procedure. Daarnaast heb je het ‘warehouse’. Dat ligt een aantal kilometer verwijderd van het kamp. Daar komen de spullen binnen die bijv. vanuit Nederland worden gedoneerd. Je moest daar spullen uitpakken en tellen en sorteren. Soms moesten we kleding sorteren, soms moesten we spullen klaar zetten voor de distributie. Dan werden ze later in het kamp uitgedeeld.”
“Je had ook ‘distro’, daarbij ging je spullen uitdelen aan de mensen. Zo werden er bijvoorbeeld de laatste weken dat ik er was thermosflessen uitgedeeld, dekens en ook emmers met allerlei huishoudspullen. Dit was altijd een dankbare taak, mensen werden daar echt meestal blij van! Ook had je een taak als de ‘diaper-distro’, daar kunnen mensen 1x in de zoveel tijd luiers ophalen voor hun kinderen. Ook had je de ‘free hygiene shop’. Daar kunnen mensen 1x per 4 weken hun bonnetje komen inleveren en afhankelijke van hun gezinsgrootte mogen ze een aantal hygiëne spullen uitkiezen.”
“Daarnaast had je de taak van ‘shelter’. Dit ging er dan om dat mensen soms moesten verhuizen. Dus vooraf mensen gaan voorbereiden op een verhuizing, hun nieuwe onderkomen laten zien. Ook daadwerkelijk afspraken maken van een tijdstip van verhuizen en dan helpen verhuizen. Maar ook het klaarmaken van nieuwe onderkomens. Toen ik aan kwam, werden in die week de laatste tenten afgebroken en zijn alle mensen die nog in tenten woonden verhuisd naar een RHU, dat is een soort plastic huis. Die werden in al die weken nog steeds nieuw gebouwd. Daar moesten dan bijvoorbeeld weer stapelbedden in gebouwd worden. Dus dat heb ik ook een aantal keer gedaan en daarna matrassen er heen slepen etc. En dan had je nog ‘info-point’. Hier mochten de mensen altijd komen om vragen te stellen of om hulp te vragen.”
“Je had dus veel afwisseling. Eigenlijk kwam je op zoveel plekken in het kamp dat je ook de oren/ogen was van Eurorelief. Je hebt een “social-care” afdeling. Maar niet iedereen vraagt zelf om hulp, terwijl eigenlijk alle mensen daar een trauma hebben door wat ze hebben meegemaakt. Als wij dan zagen dat het ergens niet goed ging: of er nu ruzie was, of depressiviteit of kinderen die veel alleen thuis waren, dan geven we dat door en proberen we mensen te helpen.”
“De laatste tenten zijn dus afgebroken, dus de situatie is echt verbeterd sinds de afgelopen zomer. Toen ik voor de 1e keer door het kamp liep, lijkt het een soort camping gevoel. Maar als je ziet op hoe een kleine oppervlakte de mensen wonen, hoe weinig privacy, hoe weinig voorzieningen…. dan praat je snel anders. Je zult er maar wonen voor minimaal 3 a 4 jaar. Dat kunnen wij ons niet voorstellen. Je hebt 1 plastic huis/kamer of ISO-box die je met meerdere mensen deelt die tegelijk je slaapkamer, keuken en woonkamer is. In het kamp zijn nu nog geen 2000 mensen, terwijl er in Moria ooit 20.000 mensen waren en er hebben hier in Mavrovouni ook 12.000 mensen gezeten zonder dat daar plek voor was. Dit voorjaar loopt de Turkije-deal af, dus is het spannend wat er gaat gebeuren. Er zijn miljoenen vluchtelingen in Turkije die wachten op een oversteek.”
“Wat mij het meest heeft geraakt? Meerdere dingen eigenlijk. Als ik terug denk, zie ik vooral kinderen en jongeren voor mij. Kinderen die daar spelen, blij zijn, wel wat onderwijs hebben maar wat zijn een paar uurtjes per week? Zij missen zo 4 jaar onderwijs, en als onderwijskracht raakt me dat. Wat hebben deze kinderen voor een toekomst? Ook jongeren komen dan weer op mijn netvlies. Ze leefden vaak ’s avonds en ’s nachts. En overdag waren er veel die op hun bed lagen. Wat moet je hele dagen doen? Er zijn ook jongeren die helpen in het kamp, maar er is ook niet voor iedereen wat te doen. Daarnaast heeft het mijn hart geraakt als je hoort wat mensen hebben meegemaakt, als je filmpjes ziet van hoe mensen de oversteek hebben gedaan… ik hoor de gillende stemmen nog als ik hieraan denk. En als je dan hoort hoe soms mensen in Nederland kunnen praten over vluchtelingen, dan doet dat pijn. Omdat het allemaal mensen zijn die in nood waren en niet anders meer konden! Er was zelfs een jongen van 18, voogd over een broertje van 14 en een zusje van 13. Maar er was zo’n dreiging dat hij moest vluchten met zijn zusje zonder dat zijn broertje thuis was. Hij woont nu met zijn zusje in het kamp, maar weet niet hoe het met zijn broertje is. Je vlucht echt niet zomaar! Zeker als je dan zag hoe weinig ze hebben. Het was een aantal dagen echt heel koud. Ik had 5 lagen aan, maar die mensen kwamen op blote voeten in crocs naar het info-point, al bibberend vragen om dekens. Er was een generator uitgevallen, wat betekende dat ze 4 dagen zonder stroom waren. Zeker als je dan moeders ziet die vragen om wanten voor hun kinderen, vaders die geen fles kunnen klaarmaken voor hun baby. Tsja… dan breekt je hart wel…”
“Wat me ook geraakt heeft in positieve zin, is dat ik in het kamp Gods aanwezigheid heb gevoeld. Met Kerst mocht ik werken en ik had gebeden om Gods licht in het kamp… licht in de duisternis. En zo mooi brak het licht door met Kerst in de natuur. “Heer, Uw licht en Uw liefde schijnen. Waar U bent, zal de nacht verdwijnen!” Zo mooi ook op een woensdagmorgen dat de regenboog ging schijnen boven het kamp. Ook dat heeft me geraakt. Zeker toen er op mijn laatste werkdag brand uitbrak in een mannen rubhall. Het beetje wat z’n 40 mannen hadden, alles weg! Maar Gods trouw is er over het kamp. Zo bemoedigend! Hij weet wat deze mensen meemaken, de Heere Jezus is Zelf immers ook vluchteling geweest…”
Veranderd hulp op Lesbos je eigenlijk? “Ja, ik denk wel dat het me heeft veranderd. Het heeft sowieso mijn kijk veranderd op deze mensen. Ik heb zoveel liefde en gezelligheid mogen brengen bij de mensen, maar heb ook zoveel terug mogen ontvangen terwijl ik daar niet voor ging. Elke dag iedereen hartelijk en vrolijk begroeten met: “Good morning”, “Salaam” of tegen de Grieken: “Kaliméra”. Je bent echt een zonnestraal en het is fantastisch om een glimlach op hun gezichten te zien in hun heftige situatie! Vaak werd je nageroepen: “Hello Eurorelief, good people!” Het zijn kwetsbare mensen die niet voor zichzelf kunnen opkomen, zijn meestal dankbaar voor wat je voor hen doet, die komen snel in mijn hart.”
“Daarnaast wilde ik na vier weken nog niet terug naar Nederland. De 3e zondag vroeg iemand mij: “mis je iets van Nederland?” Mijn antwoord was: “nee, eigenlijk echt niets”. Ik had het er goed, had een fijne groep aan mensen om me heen om tussen de moeilijke dingen door ook echt te kunnen ontspannen en vond het heerlijk om me praktisch in te zetten voor anderen. Het was voor mezelf ook een soort van test of ik “dit kan”, los zijn van werk, familie, vrienden. Ik heb gezien dat dit werk mijn hart heeft en ben eigenlijk alleen terug gekomen omdat ik moest vanwege mijn werk. Het heeft dus mijn verlangen om dienstbaar te zijn alleen maar meer aangewakkerd. Daarnaast ook dat ik meer realistisch kan kijken naar de situatie waarin wij leven. Wat maken we ons vaak druk om dingen die helemaal zo belangrijk niet zijn. Ik ben geen haar beter hoor, maar ik probeer er tegen te vechten om mee te gaan in de stroom.”
“Wat ik aan jullie mee zou willen geven: Kom voor deze mensen op en handel met deze mensen zoals de Heere Jezus dit ook zou hebben gedaan. Misschien zijn er ook vluchtelingen in jouw omgeving, ze kunnen jouw glimlach als zonnestraal echt goed gebruiken. Ook al is het een druppel op een gloeiende plaat. Daarnaast: tel je zegeningen, wees tevreden met alles wat je van God krijgt en wees dankbaar! Vooral die laatste woorden: wees dankbaar! En bedenk dat we ons zo vaak druk maken om dingen die vaak echt zo onbelangrijk zijn… Enne: stichting Christian Refugee Relief doet veel mooi werk: steun het!”
Of ze nog wel eens aan denk om terug te gaan? “Ja zeker! De eerste weken dat ik terug was, vond ik best pittig. Je moet weer schakelen naar een druk, gehaast leven. Je moet de mensen daar achterlaten, hoe oneerlijk het ook voelt dat ik vrij mag reizen. Soms dacht ik: ‘het is bijna weekend, dan ga ik weer even in het kamp kijken.’ Maar het is niet in je achtertuin, dus dat kan glad niet. Gelukkig zijn de mensen daar niet van mij afhankelijk. Na mij kwamen er weer nieuwe vrijwilligers die het werk mogen doen. Wel zou ik zo graag sommige mensen weer even willen zien en spreken… even iets voor ze willen doen. Maar er is zoveel nood in de wereld, niet alleen op Lesbos. Wat dat betreft heb ik zoiets: ‘Als er weer iets op mijn pad komt, als de Heere duidelijk maakt dat ik moet gaan… dan pak ik zo mijn koffers.’ Liefst voor langere tijd. Dit was praktisch laten zien wie je bent als Christen, maar ik verlang er ook naar om een diepere laag te hebben in het contact met mensen. Zodat je Gods licht mag doorgeven ook in activiteiten en gesprekken. Voor nu ben en blijf ik op de plek waar ik nu ben. Dat is ook een mooie plek in Gods Koninkrijk: kinderen vormen. En ik wacht uitziend af wat God weer op mijn weg plaatst…”
Bedankt voor het delen van je verhaal Mieke! Mooi om te lezen hoe jij je in wilt zetten voor je naasten. Zijn er anderen die zich vanuit Nederland in willen zetten? Op de website van Christian Refugee Relief is er meer informatie te vinden én er worden regelmatig inzamelingsacties gehouden.
Recente reacties