Ons gesprek is gelijk in volle gang. Els is enthousiast en vol vuur over haar missie: iets betekenen voor een ander. Hoe dat handen en voeten moest krijgen, wist ze eerst niet. Totdat ze door haar werk heel onstabiele gezinssituaties tegenkwam en hier steeds meer over na ging denken. In het kader van de Week van de pleegzorg deelt ze haar verhaal.
Els van Dijk | getrouwd met Jos | moeder van zes kinderen, waarvan twee pleegdochters van 8 en 4 jaar | op dit moment een baby van 10 maanden via crisisplaatsing | oma van Suus | Capelle a/d IJssel | kraamverzorgster in het Geboortehotel Maasstad
Wanneer en hoe kwam pleegzorg op jullie pad?
Via mijn werk in de wijkkraamzorg kwam ik in allerlei situaties terecht. Ik kwam bij veel verschillende gezinnen en zag veel meer dan eerst hoe het leven óók kan zijn. Ik was erg onder de indruk, maar vond alles wat ik tegenkwam ook interessant. Alleen al de verschillende culturen, bijvoorbeeld.
Na de komst van onze oudste ben ik in Geboortehotel Maasstad gaan werken. Ook daar kwam ik soms veel gebrokenheid tegen. Ik had enorm de drang: ‘Hier moet ik iets mee.’ Thuis vertelde ik regelmatig over mijn werk. Voor mijn man leefde het minder. Toch bleef ik het bespreken en legden we het in gebed. Toen zijn we de training om pleegzorgouder te worden gaan volgen. Voor mijn man ging het toen ook meer leven.
We hebben ons eerst opgegeven voor plaatsing van kinderen van 0-2 jaar. Bewust kozen we voor onderplaatsing. Dat houdt in dat de eventuele pleegkinderen jonger zijn dan je eigen kinderen. In overleg met pleegzorg is er heel veel mogelijk.
Pleegzorg is inmiddels helemaal verweven met wie wij zijn. Het hoort bij ons gezin. Af en toe krijg ik de vraag of ik nog wel genoeg tijd heb voor mijn eigen kinderen. Maar zo zie ik dat niet: onze pleegdochters horen er tenslotte helemaal bij!
Hoe reageerden jullie eigen kinderen?
Toen Noa kwam, was onze oudste 11. Zij zijn er eigenlijk mee opgegroeid. Toen we de training gingen volgen hebben we de kinderen erbij betrokken en er wat over verteld. We hebben er ook eerlijk bij gezegd dat het een kindje kan zijn wat vaker huilt. Noa had een longafwijking. Dat was een heftige start. Ze heeft de eerste 1,5 jaar meerdere keren in het ziekenhuis gelegen. Haar ene long is wat verdikt. Onze kinderen zijn vrij flexibel. Een van onze zoons heeft ADHD en kan soms onverwachts reageren. Anderzijds is hij ook heel lief. Wel zorgen we na een crisisplaatsing zorgen dat we tijd hebben om weer op te laden.
Wat ervaar je als moeilijk?
Wij zijn ruim 7 jaar pleeggezin en hebben inmiddels best wat ervaring. Noa, ons eerste pleegkindje, kwam bij ons wonen toen ze 7 maanden oud was. Ze was ondervoed, heel aangrijpend. In het begin hadden we elke week bezoeken. Je geeft alles wat je kan, maar je krijgt weinig liefde terug. Ze was continu gereserveerd. Na 8 maanden merkten we pas dat ze rustiger werd. We legden haar bijvoorbeeld in een campingbedje, omdat ze bonkte met haar hoofd. Het ging wel steeds beter. Maar het kostte heel veel liefde, tijd en geduld. We hebben de nabijheid van God ervaren. Het kon in Zijn kracht. Het wonderlijke ervan is dat we die kracht steeds weer krijgen. Dat maakt je klein. De Heere Jezus wilde juist de kinderen tot Zich nemen.
Tijdens de training krijg je goede basisinformatie. Maar na de plaatsing van een kindje heb je vaak specifieke informatie nodig. Dat moet je zelf uitzoeken. Toen we Noa net hadden, ben ik me meer gaan verdiepen in wat hechtingsproblematiek inhoudt. De pleegzorgwerker hielp hier ook bij en uiteindelijk hebben we hier onze weg in gevonden.
Welke mooie ervaring wil je met ons delen?
Ik wil graag een eerlijk verhaal neerzetten. De zware kant van pleegzorg zit hem voor mij in de gebrokenheid die ik zie, het aandoenlijke van bepaalde situaties. Maar er zijn mooie ervaringen te over… Als we zien hoe Noa nu is, dan is ze zo gegroeid. Het kan echt goedkomen. We hebben ook goed contact met Noa’s biologische moeder. Zelfs zo goed dat de bezoekregelingen zonder pleegzorgwerker verlopen.
Wat ik ook nooit zal vergeten is de manier waarop Megan bij ons gekomen is. Ze is met 31 weken geboren en haar moeder heeft haar direct na de geboorte afgestaan. Megan ziet haar biologische moeder Wendy daardoor maar vier keer per jaar. Ze krijgt hier nog weleens vragen over. Ze bouwt een andere band met haar ‘buikmoeder’ op dan Noa, die haar biologische moeder één keer in de drie weken ziet.
Megan heeft na haar geboorte nog 7 weken in het ziekenhuis gelegen en we hebben steeds met haar gebuideld. (Buidelen is huid-op-huid-contact met de baby, om het gemiste contact tijdens de zwangerschap in te halen. Door praten, aanraken en knuffelen geef je het kindje geborgenheid)
We hebben nooit iets van hechtingsproblematiek gemerkt. Dat is heel bijzonder; het maakt me dankbaar.
Nu hebben we een klein baby’tje wat door een crisisplaatsing in ons gezin is gekomen. Je merkt dat iedereen daar dol op is. Het geeft vrolijkheid.
‘Wij denken al langer over pleegzorg na, maar hebben nog niet de stap genomen om er echt voor te gaan.’, zegt iemand. Wat wil je meegeven aan deze mensen?
Als mensen er al over nadenken: ga naar een informatiebijeenkomst. Of vraag aan pleegouders of je een keer langs mag komen om uit ervaring te horen hoe het is. Pleegzorg is niet voor iedereen. Kijk op welke manier jij van waarde kan zijn. Iedereen heeft verschillende talenten gekregen.
Daarnaast: je moet er sámen achter staan. Het is niet erg als een vrouw wat meer doet. Ik neem de pleegkinderen altijd overal mee naar toe. Ik bezoek ouderen uit onze gemeente. Deze mensen genieten erg van kleine kinderen die meekomen. Geweldig hoeveel ik dan mag betekenen.
Af en toe worden Noa en Megan opgevangen door een weekendpleeggezin. Een aantal jaar geleden was dit min of meer noodzakelijk tijdens de ziekte van mijn moeder. We zijn dankbaar dat deze mensen dit nu nog steeds voor ons willen doen. We doen dan vaak een een-op-een-activiteit met een van onze kinderen.
Wat heeft pleegouder zijn jou persoonlijk gebracht?
Het heeft mij echt veranderd. Ik kan met tranen in mijn ogen van een bezoek wegrijden. Ik vind het dan zo erg dat de moeder niet voor haar eigen kind kan zorgen. Heel ingrijpend. Daarom wil ik graag van betekenis zijn; het maakt me dankbaar dat dit door pleegzorg ook kan. Het voelt voor ons zo dat we het echt samen doen. We hebben een gezamenlijke missie en dat maakt ook dat je het kan.
Wat mag het je kosten? Dingen in je leven zijn niet altijd makkelijk. Maar het gaat om waar het je uiteindelijk brengt. God heeft ons geen kalme reis belooft, maar wel een behouden aankomst.
Ik houd erg van het contact met de biologische ouders. Een van de biologische moeders gaat bijvoorbeeld weleens mee naar paardrijden. Ik probeer haar mee te nemen naar een evangelisatiebijeenkomst in de kerk. Dat hoeft absoluut niet, maar dat vind ik zelf heel waardevol. Voor mij is dat een stukje dienen.
Achtergrondinformatie
Als pleegouders heb je contact met de voogd, die via de jeugdbescherming de voogdij over het kind houdt. In sommige gevallen kunnen de pleegouders de voogdij krijgen, maar dit moet altijd beslist worden door de rechter. De voogd beslist over grotere zaken, bijvoorbeeld het meenemen van een kind op zomervakantie.
De pleegzorgwerker houdt contact met de pleegouders namens de pleegzorgorganisatie. Deze ziet het kind af en toe en regelt praktische zaken. Denk aan het aanreiken van adviezen of meedenken in het zoeken naar hulp of de juiste therapie, als dit nodig is.
Foto’s in dit artikel: via Els van Dijk
Recente reacties