Bertine is moeder van drie prachtige kinderen. Maar heeft daar al veel zorgen over gekend. Haar 2e dochtertje kwam al met 28 weken ter wereld en haar derde kindje, een zoontje, met 24 weken. Hoe is het om moeder te zijn van een prematuur baby en wat komt er allemaal op je af? Bertine deelt vandaag haar verhaal met ons en op haar Instagram-pagina kun je nog veel meer lezen en zien.
Geschreven door Antonet
Kun je jezelf voorstellen?
“Ik ben Bertine Simonse uit Emmeloord, getrouwd en mama van Julia (8), Sarah (7) en Olav (1). Ik geef twee dagen les op het Hoornbeeck College aan studenten in de sector Economie, m.n. secretariële vakken. Ik hou van lezen en voor een rommelmarkt ga ik graag vroeg mijn bed uit.”
Nadat je eerste kindje met 40 weken geboren werd, kwam de tweede veel eerder, kun je daar iets over vertellen?
“Julia werd thuis geboren met 40 weken. De tweede zwangerschap leek ook goed te gaan. In de zomer waren we nog op vakantie naar Italië geweest, niet wetend dat we twee weken later onze tweede dochter Sarah zouden ontvangen.”
“Op de dag van Sarah’s geboorte kreeg ik een groei-echo, omdat Julia zo klein was bij de geboorte. Alles leek goed te gaan. ‘s Avonds veranderde dit plotseling. Ik kreeg weeën, maar kon niet geloven dat het weeën waren. Ik twijfelde dan ook om de verloskundige te bellen, maar uiteindelijk toch gedaan. En dat was maar goed ook. Al snel werd geconcludeerd dat ik met spoed per ambulance naar het ziekenhuis in Zwolle moest. Toen viel Sarah’s hartslag weg en zo werd ik met spoed naar de ok gereden. Niet veel later is ze middels een keizersnede geboren. Sarah was er zo slecht aan toe, dat ze gereanimeerd werd. Uiteindelijk zag ik haar pas acht uur na de bevalling voor het eerst. Dat is achteraf gezien natuurlijk heel bijzonder, maar op dat moment liep het zo.”
Ook jullie derde kindje werd veel te vroeg geboren, hoe zijn jullie daar mee omgegaan?
“Dat Olav te vroeg geboren zou worden, werd tijdens de zwangerschap al snel duidelijk. Hoewel de artsen na Sarah’s geboorte zeiden dat het ‘gewoon pech was’, bleek nu dat ik opnieuw veel te vroeg zou bevallen. Vanwege Sarah’s vroeggeboorte liep ik bij de gynaecoloog. Omdat niet duidelijk was waarom zij te vroeg ter wereld kwam, slikte ik uit voorzorg medicijnen en de baarmoedermond werd ook regelmatig gemeten. Al snel werd duidelijk dat deze te kort was en daarom moest ik een cerclage laten plaatsen. Dit was in het begin van de coronatijd. Ik weet nog dat het ijzig stil was in het ziekenhuis. En het bijzonder voelde om daar te zijn voor deze ingreep, terwijl de wereld om ons heen om corona draaide.”
“Anderhalve week na de plaatsing van de cerclage (inmiddels was ik rond de 20 weken) kreeg ik de eerste bloeding, grote stolsels. Ik was zo bang om Olav te verliezen. Daarna ben ik nog een keer voor een week opgenomen geweest. Dat was een heel heftige week, omdat ik toen 22 weken zwanger was en ik al weeën voelde. Ook waren mijn vliezen gebroken en voelde ik dat het niet lang zou duren. Wat is het een zegen dat de bevalling op exact 24 weken echt begon en Olav na twee dagen geboren werd. Deze zwangerschap was vooral psychisch heel zwaar. Ook voor mijn man en de kinderen. Ik had gehoopt een redelijk, voor zover dat nog kon, onbezorgde zwangerschap te krijgen en vertelde dat ook aan anderen. Het verliep echter zo anders. Wat ik heel moeilijk vond en nog steeds wel, is het missen van zoveel weken zwangerschap. Ik zeg weleens gekscherend: “Ik heb drie eenlingen, maar twee zwangerschappen gehad”. Als ik nu foto’s zie van de zwangerschap zie ik nauwelijks dat ik zwanger ben. Dat heb ik echt wel gemist.”
Hoe ga je om met een situatie als je weet dat de zorgen om een baby zo groot zijn?
“Ja, hoe doe je dat eigenlijk. Vooral doorgaan, denk ik. En zorg uit handen geven. We moesten wel. De twee meiden zijn totaal 12 weken in het gezin van mijn zwager en schoonzus geweest. In die tijd verbleven wij in het Ronald McDonald huis (RMD). Dat gaf ons heel veel rust, we konden hierdoor vaak bij Olav zijn. Die tijd heb ik achteraf als de rustigste en fijnste tijd ervaren. Dat klinkt vreemd, want aan de ene kant mis je de meiden heel erg, maar het enige waar je je druk om hoeft te maken is Olav. En dat was voor dat moment meer dan genoeg. Juist in die tijd waren er natuurlijk ook zoveel spannende en onzekere momenten. Dat konden we delen met andere ouders in het RMD. Zij voelden wat wij voelden.
Eenmaal thuis werd dat echt minder, omdat we op 45 minuten afstand van het ziekenhuis wonen. Daardoor gingen we nog één keer per dag naar Olav. Dat voelde echt niet altijd fijn, maar op een gegeven moment moesten we er ook weer voor de meiden zijn. Zo werd je continu heen en weer geslingerd, want je wilt op beide plekken zijn.”
Kreeg je veel begrip en steun vanuit je omgeving?
“We hebben heel veel steun ontvangen. De muur hing vol met kaarten en dan konden we nog lang niet alles kwijt. We hebben ervaren dat juist een kaartje zo fijn is. Een appje, maar vooral een belletje geeft meer verplichting om te reageren en omdat we onze energie hard nodig hadden, was dat niet altijd fijn. Hoe goed bedoeld ook. Sommigen vonden het moeilijk als ik de telefoon niet oppakte. Als je dat dan achteraf hoort, vreet dat wel aan je. Maar ik moest voor mezelf kiezen om het vol te houden. En soms heb je ook gewoon geen zin om te praten. We stuurden updates naar familie en vrienden. Daarmee hebben we geprobeerd iedereen goed op de hoogte te houden.”
“Eenmaal thuis hadden we veel oppas nodig. Heel bijzonder was dat iemand uit de kerk zich aanbood om op te passen, indien nodig elke avond. We hebben daar veel gebruik van gemaakt. Ook in de zomervakantie, toen we overdag oppas nodig hadden. En niet te vergeten de week dat we naar het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven moesten, omdat Olavs lens werd verwijderd. Wat zijn we haar dankbaar en dat is het mooie ook van deze tijd geweest. Er zijn nieuwe vriendschappen ontstaan.”
“Hoewel verpleegkundigen en artsen er natuurlijk vooral voor Olav waren, hebben ze ook heel veel voor ons betekend. Door ons goed en eerlijk op de hoogte te houden, maar ook voor een gezellig praatje, Dat heb je echt nodig als je uren bij de couveuse zit en dit maanden duurt. Olav hoorde nog net niet bij de inboedel. Heel bijzonder om met sommigen nu nog contact te hebben.”
Heeft het veel verschil gemaakt dat jullie derde kindje in de corona-periode geboren werd?
“Dat heeft zeker verschil gemaakt. Julia en Sarah mochten lange tijd niet bij hun broertje kijken. Juist in de tijd dat het zo slecht ging en we dachten Olav te moeten verliezen, vonden we dat heel moeilijk. Want, wat als hij zou sterven en zij hem niet levend hadden gezien…”
“Daarnaast mochten ze ook niet in het RMD komen. Er was toen nog zoveel onzekerheid over corona. Het laatste wat zij en wij wilden was dat iemand in het huis corona kreeg of nog erger dat één van de NICU-baby’s het zou krijgen. We spraken daarom buiten met de kinderen af, zodat we ze toch wekelijks zagen. Ik weet nog dat ik op de vijfde ‘kraamdag’ in een speeltuin zat.”
“De laatste drie weekenden dat we in het RMD zaten, zijn Julia en Sarah wel geweest. Dat was echt heel fijn. Het voelde als een weekendje weg. Mooi huis, mooie omgeving, veel speelgoed en we hadden gedurende de hele RMD-periode prachtig weer.”
“Onze ouders mochten pas na drie maanden voor het eerst hun kleinkind zien. Dat is vreemd. Wij kenden Olav al heel goed, hadden hem zien groeien en slangetjes zien verdwijnen. Zij hebben hem live gezien toen hij al vijf keer zijn geboortegewicht was. Dat eerste stukje hebben we met niemand kunnen delen. Achteraf gezien is het voor hen ook heel heftig geweest.”
Hoe was het om al twee kinderen te hebben en dus steeds te moeten kiezen of je tijd verdelen tussen de kinderen thuis en jullie baby in het ziekenhuis?
“Hierboven heb ik al het e.e.a. over verteld. Ik merkte op den duur wel, dat het voor iedereen zwaarder werd. Julia en Sarah gingen ongeveer één keer per week mee, maar een kind vindt het dan ook al snel goed en dan duren de uren in het ziekenhuis wel lang. Juist de weekenden vonden ze zwaar, omdat we nooit meer een hele dag thuis waren.”
“Maar ook de tijd vanaf Olavs thuiskomst is een heel pittige tijd geweest. En nog is het druk. Denk alleen al aan de ziekenhuisafspraken, fysiotherapie, logopedie en wat er allemaal komt kijken. Gelukkig kan ik het meeste onder schooltijd plannen, zodat zij er geen last van hebben. Aan de andere kant is het heel fijn dat er zulke goede nazorg is. Sommige afspraken kunnen ook thuis plaatsvinden. Dat geeft echt wel meer rust.”
“We beleven nu vooral heel veel vreugde aan Olav. Hij krijgt echt de meeste kusjes en knuffels van iedereen en hij is ook erg dol op zijn zussen. Die hoeven maar in zijn buurt te komen of hij begint te lachen.”
Wat heeft jullie steun gegeven en jullie door deze zware periodes heen geholpen?
“Naast de praktische steun, zoals eten koken, oppassen enz., hebben we vooral ook gezien hoe krachtig het gebed is. Tijdens de zwangerschap is er door zoveel mensen, ook onbekenden, ook mensen uit verre landen, voor Olav en ons gebeden. En het gebed is verhoord. Hij mocht tot 24 weken blijven zitten, waardoor actieve behandeling kon plaatsvinden. Daarnaast weet ik dat mensen dagelijks voor ons hebben gebeden. Eén moment weet ik nog goed. Olav was op een avond doodziek. Artsen zetten alles op alles en probeerden hem in leven te houden. We hebben familie en vrienden een bericht gestuurd met de oproep, vanuit onze wanhoop, te bidden voor ons vechtertje. Ik heb zo gemerkt dat er die nacht voor hem gebeden werd. Olav is ons grote wonder. Soli Deo Gloria!”

Bedankt voor het delen van je verhaal Bertine! Indrukwekkend om te lezen hoe alles rondom Olav is gegaan.
Recente reacties